Lanzarote

LANZAROTE

In januari 2012 verbleven we in een appartementje in Playa del Carmen als uitgangspunt voor een eilandtour. Natuurlijk zijn we op de Canarische eilanden om te genieten van de zon, maar al te lang stilzitten is niet aan ons besteed. Ondertussen hebben we ook het eiland afgestruind met het vulkanische Nationaal park Timanfaya als hoogtepunt.

Lanzarote is al vanuit het vliegtuig bij de eerste aanblik anders dan de andere eilanden. Plotseling duikt uit de staalblauwe zee een formatie op van kale, grijsbruine heuvelruggen met zwarte velden lava en ronder kraters. Een maanlandschap vol onwerkelijke kleuren en vormen, waarop de overtrekkende wolken hun zwakke schaduwen werpen.

Welke krachten hier ooit aan het werk waren die het op drie na grootste van de zeven Islas Canarias in een onaardse woestenij hebben veranderd laat zich op de grond ontdekken.
Toen op 1 september 1730 de ramp begon, noteerde priester Anderes Lorenzo Curbelo uit het dorp Yaiza: Tussen negen en tien uur 's avonds scheurde de aarde van de Timanfaya open. In de eerste nacht rees een enorme berg uit de aardkloof op, uit de top sloegen vlammen die negentien dagen bleven branden.
Vele dorpen werden bedolven onder de asregens of overstroomd door de lavastromen, die daarna hun weg naar zee vonden, waardoor miljoenen dode vissen aan land spoelden. Steeds nieuwe bergen rezen op, kraters ontstonden en explodeerden nog dezelfde dag. Afgronden gaapten waar ze niet eerder waren en verslonden de bodem. De hitte verschroeide de akkers, het vee stikte in giftige dampen.
De priester hield ruim een jaar lang zijn dagboek bij waarin hij bijna dagelijks nauwgezet verslag van de gebeurtenissen deed, totdat hij zoals zoveel Lanzarotenos naar Gran Canaria vluchtte.
Bijna zes jaar hielden de uitbarstingen aan, waardoor ze tot de zwaarste van de recente aardgeschiedenis behoren.
Net als de Montanas de Fuego heeft ook de gifgroene lagune El Golfo al eens een rol gespeeld in een sciencefictionfilm. Het strandmeer ligt sikkelvormig in een voor de helft in zee verzonken krater waarvan de wanden door winderosie zijn aangeknaagd. De bijzondere kleur van het water, dat door verdamping van het binnendringende zeewater een hoger zoutgehalte heeft dan de zee zelf, wordt veroorzaakt door speciale algen. Het contrast met het pikzwarte lavazand en de blauwe atlantische oceaan met zijn witte schuim doet gewoon pijn aan de ogen.
Aan de andere kant van de lagune eindigt de weg bij het visserdorp El Golfo. In dit plaatsje liggen enkele van de beste visrestaurants van het eiland. Als de vissers bij slecht weer niet kunnen uitvaren, moeten de restaurants na drie dgen sluiten wegens gebrek aan aanvoer. Een goede garantie voor versheid.
 
Het is een mooi gezicht om de karavaan door de asbergen van Timanfaya te zien trekken. De dromedarissen van Lanzarote behoren tot de toeristische attracties. De eenbultige kamelen kwaren tegelijk met de eerste Europeanen naar het eiland. Als ideale werkdieren werden ze ingezet op het veld, voor het transport van goederen, voor het aandrijven van molens en als rijdieren.
Hun carriere leek met de komst van machines op het eiland beeindigd te zijn, maar met de groei van het toerisme nam ook het belang van de dromedarissen toe. Tegenwoordig laten zich dagelijks honderden mensen zich in het zadel over de Monana de Fuego de Timanfaya dragen. Aan het einde van hun dienst worden de beesten in karavaan weer teruggebracht naar de stal in het plaatsje Uga, waar ze worden gefokt voor de toeristenindustrie. 

Sinds 1974 is het 51km2 grote Parque Nacional De Timanfaya uitgeroepen als nationaal park. De naam is afgeleid van een van de bedolven dorpen. Bij de ingang van het park is het bezoekerscentrum gevestigd met het Restaurante del Diablo, het met vuurvaste materialen gebouwde duivelsrestaurant. De koelte van Timanfaya heerst slechts aan de oppervlakte.
Bij een grote kraterpijp staan koks kippen te grillen op hitte uit het binnenste van de aarde.
Buiten demonstreren parkwachters wat er zich onder de dunne aardkorst afspeelt. Bundels stro worden in een spleet geworpen en gaan binnen enkele seconden in vlammen op.
Water dat in pijpen wordt gegoten, komt sissend als een spuitende fontein omhoog.
Op enkele plaatsen is de hitte haast niet te verdragen als je de bodem aanraakt. Slechts 10cm onder de grond is het al 140 graden, 6m onder je voeten is het 400 graden heet.